Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [26]de ogen des Heeren zijn over de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun gebed; [27]maar het aangezicht des Heeren is tegen degenen, die kwaad doen. 26. Dat is, de gunstige en zorgvuldige ogen des Heeren. 27. Dat is, het toornig of afkerig aanschijn des Heeren.